Ik heb een beroep waar ik vaak in contact kom met mensen met een beperking. En zelfs daar is het nog niet helemaal ingeburgerd, vooral bij ouderen. Dat mensen met een beperking zelfstandig met de wagen kunnen en mogen rijden. Of dat mensen met een beperking kunnen werken.
Minder mobiel?
Als ik dan de rolwagen maat moet gaan nemen, komt vaak de opmerking, “oei je hebt al een rolstoel mee maar dat gaat niet passen hoor,” of “dat heb ik niet gevraagd”. Waarbij de verwondering zeer groot is als ik zeg “neen dat ik mijn rolstoel”.
“Maar u bent toch minder mobiel”, is ook een zinnetje die ik vaak mag horen. Ik kijk dan meestal wat bedenkelijk. Minder Mobiel? Ik kan mij met mijn rolstoel vaak sneller van punt A naar B verplaatsen dan een valide stappend persoon. Oké een trap opgaan lukt mij niet, maar meestal geraak ik overal waar ik komen wil.
Als ik aan de school sta om mijn kinderen op te halen, krijg ik ook de vraag “van waar kom je”? De school en mijn huis liggen op een kleine kilometer van elkaar. “Amaai doe jij de hele afstand zonder auto?” Dan denk ik “euh ja, jij komt van even ver toch ook te voet?”
Mijn rolstoel, mijn vrijheid
Ik zie mijn rolstoel echt niet als een belemmering of beperking. Wil ik ergens naar toe dan doe ik dat gewoon? Voor mij is mijn rolstoel mijn ultieme vrijheid.
Krukken, daar voel ik mij beperkt mee: nooit geen handen vrij, uitglijden als het wat nat ligt binnen, pijnlijke handen, armen en schouder na zo´n hele dag je lichaam meesleuren. En dan heb ik nog niet gehad waar je die ondingen kwijt kunt als je ze even niet nodig hebt. Die vallen ook altijd om of liggen altijd in de weg.
onbeperkt leven
Met mijn stoel kan ik een hele dag gaan, ik moet nooit op zoek naar plaatsje om even op adem te komen. Heb mijn stoel altijd bij.
Zalig gewoon. Ik heb er altijd naar gestreefd een “normaal” onbeperkt leven te leiden en daarvoor heb ik alles uit de kast gehaald om dit ook te bereiken.
En daarbij ben ik niet zo uniek, elke dag gaan mensen met beperking aan het werk en verplaatsen zich zelfstandig.